Afkalven: de geboorte van een kalf

Na ongeveer negen maanden dracht is het kalf volledig ontwikkeld en zal het afkalfproces op gang komen. Rond het afkalven zijn er verschillende factoren van belang zoals de vordering van het afkalfproces, de afkalfplek en de maatregelen na het afkalven.

Het afkalfproces in fases

Het afkalven is opgedeeld in een viertal fases:

De voorbereidingsfase

Bekijk van te voren de afkalfgeschiedenis van de koe, check de stier waarvan ze nu drachtig is en de verwachtte kalfdatum. Zo bent u beter voorbereid op wat er komen gaat, wanneer de koe bijvoorbeeld drachtig is van een vleesras of tweeling. 

De koe laat vaak duidelijk zien wanneer zij gaat afkalven. De uier raakt steeds voller, de banden (naast de staart) worden slapper, ze zondert zich meer af, gaat vaak liggen en weer opstaan, er komt slijm uit de vulva en de staart staat af. Daarnaast kan melk uitliggen ook een teken zijn van het begin van het afkalven. Het verslappen van de banden gebeurt al veel eerder, maar 6-18 uur voor de geboorte zijn de banden geheel verslapt. Zo wordt er ruimte gemaakt voor de uitdrijving van het kalf. Als de koe deze signalen afgeeft kalft ze binnen enkele uren tot maximaal 24uur.

De ontsluitingsfase

In de meeste gevallen ligt het kalf in een zijligging met de rug aan de rechterkant van de koe. Voor een vlotte ontsluiting en uitdrijving moet het kalf draaien naar een borst/buikligging met de kop op de voorpootjes. Omdat het kalf moet draaien om in de juiste positie voor de uitdrijving te komen, gaat de koe vaak staan en weer liggen. Zo wordt het kalf in de juiste positie gebracht. 

Het is om die reden van belang de koe voldoende ruimte te geven, zodat de natuur haar gang kan gaan. De koe voelt zich het meest comfortabel als zij dichtbij of zelfs in de koppel kan blijven om te kalven. Een ontsluitingsfase die normaal verloopt duurt 2-6 uur bij koeien en 4-12 uur bij vaarzen. 

De uitdrijvingsfase

In deze fase passeren de voorpootjes en de kop van het kalf de bekkeningang van de koe. Wanneer de kop in het bekken ligt, gaat de koe krachtiger persen. Er ontstaan persweeën doordat de kop in het bekken van het kalf drukt.  

Juiste ligging
Wanneer het kalven onvoldoende vordert, kan de koe opgevoeld worden. Zorg hierbij voor de juiste hygiëne, voor zowel koe als boer. Wanneer het kalf goed ligt (kop op de poten) en leven vertoont (poot wordt teruggetrokken bijvoorbeeld), kan er gevoeld worden of er genoeg ruimte is voor de geboorte van het kalf. Dit kan door met de hand over de kop  van het kalf te voelen. Lukt dit niet? Raadpleeg dan een veearts. 

Is er wel voldoende ruimte, maar vordert het afkalven niet, denk dan ook aan de gezondheid van de koe. Wellicht heeft ze (beginnende) melkziekte, het geven van een bolus kan de koe dan ondersteunen. Biedt ook hulp bij het afkalven door mee te trekken aan de voorpoten van het kalf. 

Onjuiste ligging
Wanneer het kalven onvoldoende vordert, kan dit ook te wijten zijn aan de ligging van het kalf. Bij een stuitligging voelt u dan twee achterpoten. Omdat de gewichtsverdeling van het kalf dan anders is als bij een juiste ligging, gaat het draaien van het kalf minder makkelijk. Daarnaast nemen de achterpoten minder ruimte in beslag dan de voorpoten met kop, waardoor de geboorteweg minder week en opgerekt wordt. 

Omdat de navelstreng eerder zal breken dan dat de kop geboren is, zal het kalf vruchtwater in slikken als gevolg van een ademhalingsreflex. Haast is geboden omdat het kalf het anders niet overleefd. 

Het kan ook zijn dat er wel voorpoten gevoeld worden, maar er geen kop te voelen is. De kop ligt dan teruggeslagen. Het is een hele klus om tegen de weeën van de koe in, het kalf iets terug te drukken en de kop erbij te halen. Wanneer het kalven met de hulp onvoldoende vordert, is het verstandig uw veearts te bellen. 

Een levend kalf draagt actief bij aan het draaien in de koe en de geboorte. Dit betekent dat een dood kalf problemen kan geven bij de geboorte en om die reden het afkalfproces niet vordert. 

De nageboortefase

Gemiddeld duurt het 4-6 uur na het kalven voordat de nageboorte loskomt. Wanneer het langer dan 12 uur duurt, ‘blijft de koe aan de nageboorte staan.’ Er kan dan een baarmoederontsteking ontstaan. Het is van belang deze koeien goed in de gaten te houden en regelmatig te temperaturen. Bacteriën kunnen namelijk gemakkelijk via het openstaande geboortekanaal in de baarmoeder komen. 

Heeft de koe al melkziekte tijdens het afkalven of was het bijvoorbeeld een zware geboorte, dan kan ervoor gekozen worden direct een nageboortepil in te brengen. Een nageboortepil ondersteunt de baarmoeder, maar zorgt er niet perse voor dat het nageboorte eraf komt. Omdat de baarmoeder ook een spier is, en dus calcium nodig heeft, is in het geval van melkziekte een snelle behandeling gewenst. Ook het spuiten van oxytocine, om de baarmoeder te laten samentrekken, kan bijdragen. 

Het volgen van het afkalven

Om ook op afstand het afkalven te kunnen volgen, is een camera in het afkalfhok (en eventueel bij de droge koeien) erg handig. Zo kan de koe in de gaten gehouden worden, zonder er steeds heen te hoeven, wat ook weer kan leiden tot stress bij de koe. Daarnaast is het vooral ’s nachts, in periode van drukte of wanneer u bijvoorbeeld op verjaardagsvisite bent, fijn zijn. Bekijk hier het assortiment stalcamera’s.     

De afkalfplek

Om de natuur zijn gang te laten gaan, moet de koe voldoende ruimte hebben om te kalven. Wanneer de koe alleen naar het afkalfhok verplaatst wordt, is het gewenst dat deze zich dichtbij de koppel bevindt. Op deze manier ondervindt de koe minder stress. De koe kan ook in een ruim stro/zandhok kalven, vergezeld door meerdere drachtige koeien. Zorg ervoor dat de koe voldoende grip heeft en een zacht ligbed van stro, zand of afkalfmat. 

Omdat de weerstand van een kalvende koe lager is, en het pasgeboren kalf nog geen weerstand heeft, dient het hok goed schoon te zijn. Zorg ervoor dat het ligbed droog is, en er voldoende vers drinkwater en voer aanwezig is. Met name bij een afkalfpiek, adviseren wij u het hok regelmatig te reinigen en te desinfecteren met schuim. 

Belangrijk is dat de afkalfstal niet gebruikt wordt als ziekenboeg. Zo wordt de bacteriedruk zo laag mogelijk gehouden. 

Na het afkalven

Wanneer de koe gekalfd heeft ontstaat er een grote (lege) ruimte. Als de pens onvoldoende gevuld is, kan de lebmaag omhoog komen. Dit wordt een lebmaagverplaatsing genoemd. De koe oogt zichtbaar ziek, vreet minder, melkproductie daalt of blijft achter en er zijn geen pensgeluiden te horen. 

Biedt een koe direct na kalven altijd voldoende lauwwarm water aan en smakelijk ruwvoer of hooi. Eventueel kan het water aangevuld worden met een poeder. Lees hierover meer in ons kennisstuk over drenchen & poeders. 

Na het kalven ligt ook melkziekte op de loer. Lees hierover meer in ons kennisstuk over melkziekte